20 juli 2021

“Gaan we nog massaal terug naar kantoor?”

Door: Reyersen van Buuren Vastgoedbeleggingen

Thuiswerken staat de laatste jaren hoog op de beleidsagenda’s van bedrijven en organisaties. Zeker sinds maart 2020, maar ook al eerder. Logisch, thuiswerken is van alle tijden en biedt enorme voordelen, zo ontdekken werknemers en werkgevers. Al in de jaren ’90 waren er eerste pilots met thuiswerken – toen nog ‘telewerken’ genoemd. De pioniers uit die dagen wonnen er toen al veel (forens)tijd en filefrustratie mee. En hun output? Die was ook toen al vaak fors hoger dan op kantoor.


Beeld: iStock

Thuiswerken de norm

Goed beschouwd is kantoorwerken een vreemd verzinsel. Kijk je naar de geschiedenis van de mensheid, dan was thuiswerken altijd de norm. De boer, de molenaar, de slager, de bakker, de smid, de kleermaker… Zelfs de piramidebouwers in het oude Egypte woonden (gedwongen weliswaar) pal naast hun werk. Gewoon omdat het handig is, reistijd scheelt. En goed is voor de productiviteit.

“Kantoorwerken is een cultureel bedenksel.”

Feitelijk is kantoorwerk een bedacht concept. Dat vindt ook cultureel antropoloog drs. Jitske Kramer, schrijver van onder meer de boeken ‘Normaal is Anders’, ‘De Corporate Tribe’ en het vorig jaar verschenen ‘Werk heeft het gebouw verlaten’. “Dat mensen van ’s ochtends negen tot ’s middags vijf op kantoor zouden moeten zitten, is een cultureel bedenksel”, stelt zij. “Het kan prima anders: als je een 40-urig contract hebt, kunnen we best een moment afspreken waarop we allemaal tegelijk op het werk zijn voor overleg. De rest kun je doen wanneer het jou uitkomt. ’s Morgen om tien uur. ’s Avonds om negen uur. Of desnoods drie uur ’s nachts.”

Hogere productiviteit

Mede door corona hebben we de afgelopen anderhalf jaar in hoog tempo de voordelen van thuiswerken ontdekt. Met als meest opvallende: verhoogde productiviteit. Insiders kenden die effecten al langer: reeds in 2012 rapporteerden Carsten Foertsch & Joel Dullroy, journalist resp. wetenschapper met de specialiteit coworking, na onderzoek onder 1.500 werknemers die afwisselend thuis en op kantoor werkten, bij 75% van de onderzochte personen een stijging in productiviteit en bij 80% een groei in hun zakelijke netwerk.

Meer goed nieuws: die toename van productiviteit bij thuiswerken lijkt nauwelijks cultuurgebonden. Bij een Chinees callcenter met 16.000 mensen leidde een grootschalig experiment met ‘nieuw werken’ in 2015 al tot 13% hogere kwaliteit, 9% minder verzuim en 4% méér calls. Het bedrijfsresultaat verdubbelde. Belangrijk bijeffect: de werknemers waren gemiddeld minder vermoeid én gelukkiger!

“Thuiswerken geeft een gevoel van autonomie, zonder last van collega’s of afleiding door klanten of bezoekers.”

Meer autonomie, meer tevredenheid

Want dat is een ander significant effect: meer thuiswerken leidt tot meer gevoel van autonomie, meer zelfstandigheid en daarmee meer tevredenheid en geluk. Uit de recente jaarlijkse Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA en NEA-COVID-19) van TNO blijkt dat Nederlandse werknemers het liefst 18 uur per week vanuit huis werken. Bijna 30% van de thuiswerkers werkte in 2020 regelmatig over, dat was gelijk aan 2019. Het aantal overwerkuren verdubbelde wel: van 4,6 uur in 2019 naar 9,3 uur in 2021. Thuiswerken geeft werknemers een gevoel van autonomie en ze hebben geen last meer van wrijving met irritante collega’s of afleiding door klanten of bezoekers.

De nieuw verworven vrijheid van thuiswerken is verslavend, zo blijkt uit onderzoek.

Liever ontslag dan terug naar kantoor

Die nieuw verworven vrijheid is verslavend. Een deel van de werknemers zou zelfs liever ontslag nemen dan gedwongen teruggaan naar kantoor. Dat bleek onder meer uit onderzoek van Morning Consult in mei 2021, zoals is te lezen in het Bloomberg-artikel Employees are quitting instead of giving up working from home. Van de duizend ondervraagde Amerikaanse volwassenen overwoog maar liefst 39% om hun baan op te zeggen als ze niet meer op afstand zouden mogen werken. Voornaamste argumenten: de reistijd (84%), kostenbesparing (75%), het risico van corona-besmetting (32%) en meer tijd kunnen doorbrengen bij gezin/familie en huisdieren (26%).

Thuiswerken ook kan leiden tot een minder goede mentale gezondheid.

Alleen maar hosanna?

Is het dan allemaal alleen maar hosanna met dat thuiswerken? Dat niet: waar een deel van de mensen opbloeit door de extra vrijheid om de eigen tijd in te delen, voelt een ander deel van de thuiswerkers zich vaker eenzaam: 18% was tijdens de lockdowns en kantoorsluiting sociaal eenzamer als gevolg van minder sociale contacten, en 12% voelde zich emotioneel eenzamer. Voor 90% van de thuiswerkers waren samenwerken en sociale contacten met collega’s de belangrijkste redenen om weer op locatie te willen werken.

Minder presteren

Wie denkt dat die sombere geluiden primair lockdown-gerelateerd zijn, zit ernaast. Koen van Zwieten, socioloog en schrijver van de scriptie ‘Het effect van thuiswerken op de mentale gezondheid van werknemers’ (2020), ontdekte dat er ook voor COVID-19 al ruimschoots melding werd gemaakt van psychische klachten als gevolg van thuiswerken. “Wright, Bonett & Sweeney constateerden al in 1993 dat thuiswerken ook kan leiden tot een minder goede mentale gezondheid. En dat werknemers die minder goed in hun vel zitten, minder presteren. Dus hoewel de technologie het nu makkelijk maakt voor werkgevers om werknemers te laten thuiswerken, en zo ruimte op de werkvloer en reiskosten te besparen, is dat overduidelijk niet zonder meer de juiste weg.”

Van thuis naar hybride werken

Grote vraag voor werkgevers en HR-afdelingen is nu hoe het ‘nieuwe werken’ er straks uit ziet. Wat wordt de optimale balans tussen thuiswerken en kantoorwerken – het zogeheten ‘hybride werken’? Is dat inderdaad ‘drie dagen kantoor, twee dagen thuis’, zoals de werkgeversvereniging AWVN recent op basis van een peiling onder leden voorstelde? Wat betekent dat voor je organisatie, voor je overlegstructuren, en voor concrete en tastbare dingen als je kantoorpand(en) en de inrichting daarvan? Zijn de nieuwe kantoren van straks inderdaad voornamelijk ontmoetings- en overlegruimten omgeven door flexwerkplekken of cubicles waar werknemers als rondzwervende ‘werknomaden’ in- en uitvliegen als bijen in een korf?

Functioneringsgesprekken in het bos

Antropologe Kramer juicht de werkplekflexibilisering toe. “De vrijheid om deels vanuit huis te werken is er natuurlijk niet voor alle beroepsgroepen – denk aan hoveniers en verpleegkundigen – maar overal zijn er taken die best thuis kunnen worden gedaan. Zelfs functioneringsgesprekken kunnen prima in het bos, weten we sinds maart 2020: ik loop in het ene bos, jij in het andere en telefonisch ontstaan er gesprekken zoals we ze nooit eerder hebben gehad. Wil jij dat straks weer doen onder een systeemplafond met slechte koffie? Als je zowel op kantoor als thuis als op andere (flex)plekken kunt werken, gaat het om waar kunnen we de activiteiten doen en wat hebben we daarvoor nodig. Kantoren worden ontmoetingsplekken voor medewerkers. Want contact willen we nog wél.”

“Kantoren worden ontmoetingsplekken voor medewerkers.”

Vrijheid binnen grenzen

Martine Coun, organisatiekundige van de Open Universiteit (OU), deed voor haar promotie onderzoek naar Het Nieuwe Werken. Zij ziet het zo: “De nieuwe manier van werken draait om vrijheid binnen bepaalde grenzen. Mensen willen keuzevrijheid én deel uitmaken van een team, een bedrijf, met gezamenlijke doelstellingen. Alleen: dat hoeft niet per se vijf dagen per week op kantoor.”

Wat de optimale verdeling is tussen ‘thuis’ en ‘kantoor’ is volgens Coun sterk afhankelijk van de aard en omvang van de organisatie, maar zij is overtuigd van het potentieel: “Zelfs in de accountantswereld, die over het algemeen zeer terughoudend aankeek tegen thuiswerken, ging de productiviteit fors omhoog.” Dit betekent overigens niet dat het management in zulke sectoren dan ook straks automatisch meegaat in de nieuwe flexibiliteit, merkte Coun. “Veel managers en CEO’s hebben de reflex om mensen zodra het kan toch weer naar kantoor te halen.”

“Werkgevers doen er goed aan werknemers alleen thuis te laten werken op vrijwillige basis.”

Rol van de werkgevers

Socioloog Van Zwieten adviseert werkgevers om bij het invoeren van hybride werken behoedzaam tewerk te gaan: “Werkgevers zouden er goed aan doen werknemers alleen thuis te laten werken op vrijwillige basis. Voor werknemers is het zaak om duidelijke afspraken te maken over werktijden, om zo de verdeling tussen werk en privé in balans te houden. Sociale isolatie tegengaan is lastiger. Videoconferencing is geen vervanging voor een gezellig praatje bij het koffiezetapparaat. Het is aan de werkgevers om scherp in de gaten te houden hoe het thuiswerken hun werknemers vergaat, en om trainingen aan te bieden voor werknemers die meer moeite hebben met thuiswerken. Van leidinggevenden mag worden verwacht dat zij zich inspannen om goed in verbinding te blijven met hun medewerkers. Alleen met zulke maatregelen kun je succesvol overschakelen op een vorm van werken waarbij thuiswerken de norm is.”